Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



Infinitief Les 5

Infinitief Les 5


is voldoende

10 minuten

Kies de juiste werkwoordsvorm uit het vakje achter de zin.
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

Kies uit: persoonsvorm verleden tijd, infinitief, voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

afwachten
We zaten af te wachten hoe de film zou aflopen.
We wachtten af hoe de film zou aflopen.
We hebben de hele avond afgewacht hoe de film zou aflopen.
De afwachtende houding van de acteur stelde ons op de proef.
De hond keek nogal afwachtend naar zijn baasje.

pesten
Het gepeste kind werd door de vertrouwenspersoon bijgestaan.
Kees pestte zijn buurjongen al jaren lang.
De meisjes zitten die jongens al een paar dagen te pesten.
Dit meisje werd jarenlang door haar buurjongen gepest.
Al pestend liepen de kinderen de kleine jongen achterna.

samenvatten
De minister sloot zijn persconferentie samenvattend af met de woorden: we zijn er nog niet.
Het samengevatte verhaal klopte van geen kant.
De meester vatte de tekst samen in vijf regels.
Wanneer je de tekst gelezen hebt, kun je deze zelf gaan samenvatten.
De minister heeft zijn verhaal aan het slot van zijn toespraak nog even samengevat.

verloten
De vriendenloterij heeft dit jaar tien miljoen euro verloot.
Op oudejaarsdag zal de loterij de hoofdprijs van één miljoen euro verloten.
De supermarkt besloot verlotend de hoofdprijs te verdelen.
De juffrouw verlootte een zaklamp onder haar leerlingen.
De verlote kalkoen kwam in handen van een arm echtpaar.

klappertanden
De kinderen klappertandden aan de rand van het buitenbad.
De kinderen stonden klappertandend aan de rand van het buitenbad.
De kinderen hebben aan de rand van het zwembad geklappertand.
De klappertandende kinderen stond aan de rand van het buitenbad.
De kinderen gaan klappertanden aan de rand van het zwembad.

verspreiden
De nieuwszender verspreidde het gerucht over het hele land.
Het verspreide gerucht was in alle uithoeken van het land te horen.
Het gerucht is binnen een paar uur door het hele land verspreid.
Het gerucht zal zich binnen een paar uur verspreiden naar het buitenland.
De nieuwszender was verspreidend geweest voor dit gerucht.

opvoeden
De goed opgevoede kinderen deden beleefd hun schoenen uit op de mat.
De ouders voedden hun kinderen netjes op.
De kinderen blekend netjes te zijn opgevoed.
De ouders hebben een groot opvoedend vermogen.
De meeste ouders zullen hun kinderen goed opvoeden.

ontmoeten
Ik heb die bekende voetballer gisteren ontmoet.
Ik ontmoette hem in het winkelcentrum in de buurt.
Het ontmoetend winkelen beviel mij dan ook goed.
Ik zal hem nu misschien nooit meer gaan ontmoeten.
Maar die ontmoete voetballer vergeet ik niet meer.

 

Is jouw score lager dan , bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag hulp aan de juf of meester.