Dirk en zijn vrienden hebben een groot geheim ontdekt.

1.   ?    Dirk
2.   ?    Dirk en zijn vrienden
3.   ?    een groot geheim

Ergens in de buurt ligt een schat begraven.

1.   ?    Ergens
2.   ?    in de buurt
3.   ?    een schat

Natuurlijk moet die schat gezocht worden.

1.   ?    Natuurlijk
2.   ?    die schat
3.   ?    gezocht worden

Henri en Achmed zorgen voor de schoppen.

1.   ?    Henri
2.   ?    Henri en Achmed
3.   ?    de schoppen

Een kruiwagen is ook gemakkelijk bij schatgraven.

1.   ?    Een kruiwagen
2.   ?    gemakkelijk
3.   ?    schatgraven

In het bos achter de kerk moeten ze zijn.

1.   ?    In het bos
2.   ?    achter de kerk
3.   ?    ze

De schatkaart heeft hun de weg gewezen.

1.   ?    De schatkaart
2.   ?    de weg
3.   ?    hun

IJverig gaan de jongens graven.

1.   ?    IJverig
2.   ?    de jongens
3.   ?    graven

Hun gezichten staan gespannen.

1.   ?    Hun gezichten
2.   ?    gezichten
3.   ?    gespannen

Zouden ze werkelijk iets vinden?

1.   ?    ze
2.   ?    werkelijk
3.   ?    iets

De harten beginnen sneller te kloppen.

1.   ?    De harten
2.   ?    sneller
3.   ?    te kloppen

In een ijzeren kist vinden ze ...

1.   ?    In een ijzeren kist
2.   ?    ...
3.   ?    ze

Is jouw score hoger dan , ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan , bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.