Telwoorden 1

Ik ben nu tien jaar oud.
Op de vijfde dag van mei ben ik altijd jarig.
De negende keer was dus vorig jaar.
De eerste keer herinner ik mij nog heel goed.
Enkele keren per jaar verlang ik naar de laatste dagen van het jaar.
Er zijn maar weinig mensen die dit over mij weten.
Eerste Kerstdag valt elk jaar op de vijfentwintigste van de maand december.
De laatste keer was het vanwege Corona niet zo'n feestdag als andere jaren.
Maar zesentwintig december vond ik wel leuk!
We gingen toen voor de eerste keer naar het strand.
Samen met twee anderen waren wij de enige daar.
De volgende keer wil ik in de zomer naar de zee.
Ook dan wil ik de eerste op het strand zijn met weinig anderen.
Er is genoeg ruimte voor alle mensen uit mijn woonplaats.
Maar zo'n stuk of tien badgasten vind ik fijner dan zoveel .
Het middelste kind in ons gezin houdt niet van zwemmen.
Pas na de vierde keer afzwemmen haalde hij zijn diploma.
En na de zoveelste les durfde hij eindelijk te duiken.
Dus alle gezinsleden gaan graag mee, behalve Piet.

Is jouw score hoger dan , ga dan heb je het prima gedaan.

Is jouw score lager dan , bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.

Telwoorden Les 2