Ons ........ spoorwegnet behoort tot de beste van Europa.

1.   ?    nationaal
2.   ?    landelijk
3.   ?    internationaal

Hoeveel ........ zijn er tussen Utrecht en Amsterdam?

1.   ?    stations
2.   ?    stopplaatsen
3.   ?    perrons

Die ........ bestaat nog steeds.

1.   ?    emotie
2.   ?    traditie
3.   ?    gewoonte

In dat museum hebben ze een uitgebreide ........ Van Gogh schilderijen.

1.   ?    collectie
2.   ?    collecte
3.   ?    verzameling

Mijn moeder solliciteert naar een andere ........ .

1.   ?    hobby
2.   ?    functie
3.   ?    betrekking

Ik wil graag deelnemen aan een ........ door de Himalaya.

1.   ?    tocht
2.   ?    revolutie
3.   ?    expeditie

Het hangt van onze ........ af of we die grote reis kunnen maken.

1.   ?    rekeningen
2.   ?    financiën
3.   ?    geldmiddelen

We moeten die wond zorgvuldig ........ .

1.   ?    behandelen
2.   ?    verzorgen
3.   ?    handelen

Ze gaan het vakantiepark nog ........ door nieuwe huisjes te bouwen.

1.   ?    uitbreiden
2.   ?    verspreiden
3.   ?    vergroten

Ik ga op het vliegveld even wat geld ........ .

1.   ?    wisselen
2.   ?    omruilen
3.   ?    wissen

We gaan eerst het stadje ........ .

1.   ?    bekijken
2.   ?    bezichtigen
3.   ?    benaderen

Daarvoor kun je die thermoskan goed ........ .

1.   ?    benutten
2.   ?    begeven
3.   ?    gebruiken

Is jouw score hoger dan , ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan , bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.