Vul het tegenwoordig deelwoord (teg.dw.) in:

? bracht hij de dag door.
? wachtte de man op zijn kans.
Al ? genoot hij van de omgeving.
? en ? maakte de man zijn speech af.
Steeds meer ? gokte hij toch door.
Al ? vond hij toch een goede oplossing.
? in de schaduw van de boom genoot hij volop.
? en ? liet hij ons achter.
Alles ? had het oerwoud de oude stad aan het oog onttrokken.
Al ? liep de hond van struik tot struik.
? en ? begroeten wij het koninklijk paar.
Allen keken ? naar het prachtige schilderij.
De bruiloftsgasten brachten ? de avond door.
Alles ? trokken de soldaten zich terug.

Vul het voltooid deelwoord (volt.dw.) in, gebruikt als bijvoeglijk naamwoord (bijv.volt.dw.):

Het ? geld was het uitgeven waard.
De meeste ? voorwerpen werden weer teruggehaald.
De ? trein werd weer op de rails gezet.
De modern ? school had vaste vloerbedekking.
De ? fietsband werd gerepareerd.
De patiënt ging met zijn tong langs de ? tanden.
De ? klok werd later teruggevonden.
De ? fiets werd door de eigenaar afgehaald.
De ? ruit werd door de schilder gerepareerd.
De ? drenkeling werd in een deken gewikkeld.
De ? bloemen werden thuis bezorgd.
De mooi ? tuin bood een sprookjesachtige aanblik.
De ? muren werden door de daders schoongemaakt.
In het voorjaar liepen de ? bomen flink uit.
Het ? en ? vlees werd door de kok opgediend.