Taallessen Online
Woordbenoemen
- Hen of hun -
Persoonlijk voornaamwoord
Het duidt een persoon aan.
Voorbeeld:
Bezittelijk voornaamwoord
Het drukt een bezit uit, het zegt van wie iets is.
Wij feliciteren hen
Ze gaf (aan hen) / (hun) allemaal een zoen
Van hun kreeg ze niets
hen
hen / hun
hun
Dat zijn hun fietsen.
Daar komt hun broer.
Is dat hun boek?
zij, ze, hen, hun
3e persoon meervoud
hun, haar
Nu oefenen:
Groep 6:
Groep 7:
Les 1
Groep 8: