Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



7.5 Twee manieren

Taalles 51


is voldoende

10 minuten

Je kunt op twee manieren weergeven wat iemand zegt of gezegd heeft.
Je kunt het letterlijk weergeven:
Wieneke zegt: "Ik ga vandaag maar eens niet naar school."
Je kunt het omschrijven:
Wieneke zegt dat ze vandaag maar eens niet naar school gaat.
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

In de zinnen hieronder is alles letterlijk weergegeven in de directe rede. Jij moet er een omschrijving van maken in de indirecte rede.

Zet de zinnen om van de directe rede in de indirecte rede.

Voorbeeld:
Sander zegt: “Jullie kunnen beter op school blijven”.
Sander zegt dat we beter op school kunnen blijven.

“Wat zullen we vanavond eten?” vraagt mijn moeder.

De meester zegt: “Jullie hebben goed je best gedaan”.

“Wat heb je er weer een troep van gemaakt,” klaagt mijn vader.

“Die constructie is niet stevig genoeg,” zei de buurman.

“Ik zou graag in aanmerking willen komen voor de functie,” schreef de sollicitante.

“Wie gaat er mee voetballen?” vraagt mijn neef.

De juf zegt: “Ik vind dat een prima initiatief.”

“Wil je daar alsjeblieft van afblijven?” vroeg Halima.

Ik vertelde: “Het gaat heel goed op school.”

“Je moet er maar eens goed over nadenken,”zegt mijn moeder.

Hij zegt: “Die zaak heeft geen goede reputatie.”