Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



5.4 Aanzetten of aangezet worden

Taalles 29


is voldoende

10 minuten

In deze oefening gaan we van de persoonsvorm in de zin een voltooid deelwoord maken.
We moeten de zin daarvoor veranderen en soms het woordje 'door' eraan toevoegen.
De juf zet (p.v.) de computer aan.
De computer wordt door de juf aangezet.
Je moet bij elk voltooid deelwoord eerst goed nadenken over het werkwoord.
- wat wordt de laatste letter van het voltooid deelwoord? (in het voorbeeld een 't')
- is het werkwoord een t-soort of een d-soort? (in het voorbeeld een t-soort)
- maak de persoonsvorm maar eens verleden tijd (zette) of
- maak het voltooid deelwoord langer (aangezette) ( = bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord)
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

1. Janon verzamelt schitterende schelpen.

Schitterende schelpen worden door Janon .
2. Ruben spaart al jarenlang oude sokken.

Oude sokken worden al jarenlang door Ruben .
3. Bennie zoekt in het bos naar rode neuzen.

Rode neuzen worden in het bos door Bennie .
4. Luuk spaart stoffige stenen uit heel de wereld.

Stoffige stenen uit heel de wereld worden door Luuk .
5. Ties verzamelt netjes grote bruine brulkikkers.

Grote bruine brulkikkers worden netjes door Ties .
6. Rana bewaart oude zeldzame voetbalplaatjes.

Oude zeldzame voetbalplaatjes worden door Rana .
7. De uitgeverij post vandaag nog de diskettes.

De diskettes zijn vandaag nog door de uitgeverij .
8. Kees kopieert de cd-roms met kastelenfoto's één voor één.

De cd-roms met kastelenfoto's worden één voor één door Kees .
9. De verkoopster adviseert Michelle heel netjes over de knuffel.

Michelle is door de verkoopster heel netjes over de knuffel.
10. Redouan bedient de computermuis heel voorzichtig.

De computermuis wordt heel voorzichtig door Redouan .
11.De monteur repareert de computer van Marissa's ouders.

De computer van Marissa's ouders is door de monteur vakkundig .
12. Joris werkt zijn verhaal voor de wedstrijd op de computer uit.

Het verhaal voor de wedstrijd heeft Joris op de computer .
13. Myrna zet het computerspel op de harde schijf van de computer.

Het computerspel had Myrna op de harde schijf van de computer .
14. Walter zette gisterenmiddag alle computers op tijd uit.

Alle computers zijn gisterenmiddag door Walter op tijd .
15. Milenka voerde zojuist de cijfers van het dictee in de computer in.

De cijfers van het dictee werden zojuist door Milenka .
16. Wouter onderstreepte de weinige foute antwoorden in zijn schriftje.

De weinige foute antwoorden in zijn schriftje zijn door Wouter .
17. Sanne behandelde het jonge poesje met veel zorg.

Het jonge poesje is met veel zorg door Sanne .
18. Anissa rende gillend achter haar moeder aan de supermarkt in.

Achter haar moeder aan is Anissa gillend de supermarkt .
19. Romana hoorde al in de verte de sirene van een politiewagen.

De sirene van een politiewagen is door Romana al in de verte .
20. De meester zegt nu dat het lesje nu toch wel voldoende geoefend is.

Dat het lesje nu toch wel genoeg geoefend is heeft de meester nu .