Infinitief Les 1

Ieder speelt zijn eigen partij in het orkest.
Wel de goede noten, anders klinkt het afschuwelijk vals.
Maar wat doen al die kinderen op hun instrumenten?
Blazen, spelen, strijken ...
Deze woorden heten WERKWOORDEN.
In elke zin staat zo`n woord. Die woorden gaan we opzoeken.
Lees de zin. Stel de vraag: Wat doen ze? Zij ...
Kies het werkwoord. Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

Orhan en Noortje blazen op de trompet.

Wat doen Orhan en Noortje? Zij ...
1. trompet
2. blazen
Christien en Victor spelen piano.

Wat doen ze? Zij ...
1. spelen
2. piano
Kyra en Sebastiaan strijken op de viool.

Wat doen ze? Zij ...
1. strijken
2. Kyra en Sebastiaan
3. viool
Bart en Annerixt tokkelen op de gitaar.

Wat doen ze? Zij ...
1. gitaar
2. Bart
3. tokkelen
Irene en Casper bespelen de drum.

Wat doen ze? Zij ...
1. de
2. drum
3. bespelen
Nu wordt het lastiger. Je kunt het antwoord niet meer kiezen uit de lijst.
Je moet het werkwoord zelf typen.

Als je klaar bent met typen, klik je steeds op "kijk na".
Let je goed op dat je het werkwoord goed overtikt?
Ellen en Ingrid slaan op de trom.

Wat doen ze? Zij ...
1. slaan
2. Ellen
3. Ingrid
4. trom
René en Simon tikken op de triangel.

Wat doen ze? Zij ...
1. René
2. Simon
3. tikken
4. triangel
Erik en Isa spelen blokfluit.

Wat doen ze? Zij ...
1. en
2. blokfluit
3. spelen
4. Isa
Moniek en Murat bespelen de harp.

Wat doen ze? Zij ...
1. Murat
2. harp
3. de
4. bespelen
Arnold en Suusje blazen op de saxofoon.

Wat doen ze? Zij ...
1. blazen
2. saxofoon
3. Arnold
4. Suusje

Taalles 04