Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord Les 2

Kies voor de volgende zinnen uit. Gebruik ze allemaal één keer.
marmer - kunststof - graniet - hout - ijzer - glas - beton - steen - roestvrij staal - zink - koper - riet
Voor de riolering gebruiken we een buis.
Een muur wordt gemetseld.
Een dakgoot voert het regenwater af.
De schilder zet een ruit.
Boven de garagedeur komt een plank.
Er komen kapstokhaken in de hal.
Onder de wc-deur komt een drempel.
Een spijker roest niet.
Het hekwerk wordt morgen geplaatst.
In de garage wordt een vloer gestort.
Wilt u een dak of een pannendak?
Een vensterbank is duur, maar wel mooi.

Kies voor de volgende zinnen uit. Gebruik ze allemaal één keer.
linnen - katoen - wol - zilver - vilt - leren - plastic - rubber - nylon - zijde - ribfluweel - suède
Die regenjacks zijn in de aanbieding.
Wat vindt u van deze dameshoeden?
In die rokken zitten kreukels.
Deze kinderlaarsjes zijn onverslijtbaar.
Deze sjaals komen uit India.
Echt handtassen voor een spotprijsje.
Voor de kinderen hebben we kettinkjes met hangertjes.
Hang die T-shirts maar op dat rek.
Die jassen zijn net binnen.
broeken zijn dit jaar in de mode.
Deze truien zitten heerlijk warm.
De panty's vindt u in dit rek.

Is jouw score hoger dan , dan beheers je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord voldoende. Gefeliciteerd!

Is jouw score lager dan , kijk dan nog eens bij de uitleg of vraag hulp aan jouw juf of meester.