Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



Oefening 39

Oefening 39


is voldoende

10 minuten

Schrijf de nieuwe woorden in de witte vakjes.
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

1.bekladden Arnold de muur van de school. (v.t.)
De muur is nu helemaal . (v.d.)
Dat is die muur van de school. (b.n.)
2.besteden Jantine al haar geld aan make-up. (v.t.)
Al haar geld heeft zij daar aan . (v.d.)
Dit is het geldbedrag van Jantine. (b.n.)
3.bezetten De demonstranten het Malieveld in Den Haag. (v.t.)
Het Malieveld is nu helemaal . (v.d.)
Op het Malieveld blijft veel rommel achter. (b.n.)
4.vergroten De fotograaf de groepsfoto. (v.t.)
De foto is nu schitterend . (v.d.)
Maar de foto werd door de ouders niet gekocht. (b.n.)
5.verwonden Het paard zich aan een hek. (v.t.)
Het arme dier is hierdoor ernstig . (v.d.)
Het beest moest worden afgemaakt. (b.n.)
6.verplichten De overheid mensen een mondkapje te gaan dragen. (v.t.)
De wetgeving heeft deze regel voor iedereen . (v.d.)
Het mondkapje wordt in allerlei kleuren verkocht. (b.n.)
7.kleden Pappa zich chique aan voor het personeelsfeest. (v.t.)
Met een pak aan gaat hij erg netjes . (v.d.)
Die goed man is dus mijn vader. (b.n.)
8.bespieden Ik deze zomer de buurvrouw in haar tuin. (v.t.)
Had ik haar nu maar niet zo . (v.d.)
De buurvrouw was heel kwaad op mij geworden. (b.n.)
9.verontrusten Het nieuwsbericht over een ontvoering ons hele land. (v.t.)
We waren al jaren lang niet zo geweest. (v.d.)
De bevolking volgde de afloop gespannen. (b.n.)
10.belanden Ineens onze straat in een scène uit een politiefilm. (v.t.)
Mijn buurvouw riep: "Waar ben ik nou weer in !" (v.d.)
De in een film straat zag er wel erg stoer uit. (b.n.)
11.verspreiden Het Coronavirus zich vliegensvlug over de hele wereld. (v.t.)
Nog nooit was een virus zo wereldwijd geweest. (v.d.)
De ziekte kreeg grote gevolgen voor iedereen. (b.n.)
12.bevrijden De activisten de proefdieren uit het laboratorium. (v.t.)
Er werden vijftien honden en zestig muizen . (v.d.)
De dieren kregen een nieuw onderkomen bij aardige families. (b.n.)


 

Is jouw score hoger dan , dan beheers je dit onderdeel voldoende. Gefeliciteerd!

Is jouw score lager dan , kijk dan nog eens bij de uitleg of vraag hulp aan jouw juf of meester.