Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



Bezittelijk voornaamwoord 1

Bezittelijk voornaamwoord Les 1


is voldoende

10 minuten

Schrijf de bezittelijke voornaamwoorden in de witte vakjes.
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

Opdracht:

Zet in het eerste witte vakje het bezittelijk voornaamwoord.

Gebruik alleen kleine letters.

Zet in het tweede witte vakje welke persoon het is en of het enkelvoud of meervoud is.

Gebruik de volgende afkortingen:

1e persoon enkelvoud = 1E

 

1e persoon meervoud = 1M

2e persoon enkelvoud = 2E

  2e persoon meervoud = 2M
3e persoon enkelvoud = 3E  

3e persoon meervoud = 3M

Voorbeeld:
Zij hangt uw jas aan de kapstok.
 uw    2E 

 

Is dat jouw bromfiets?
Karel heeft zijn geld versnoept.
Ons huis is groter dan jullie huis.
Ik heb mijn werk niet af.
Mijnheer, uw licht brandt niet.
De jongens hebben hun boeken vergeten.
Mijn broers kopen hun schriften bij Jansen.
Jullie hond is een trouw dier.
Jouw tante heeft haar horloge verloren.
Is dat zijn boek? Nee, het is van hem.
De soldaten verdedigen hun vaderland.
Je trapt op mijn tenen.
Wij hebben onze tassen vergeten.
Jullie schoenen zijn nog niet klaar.
Ik beloof je op mijn woord dat ik komen zal.
Heeft je broer een ongeluk gehad?
Mijn tekening is mooier dan die van jou.

 

Is jouw score hoger dan , ga dan verder met de volgende oefening.

Is jouw score lager dan , bekijk dan de uitleg opnieuw en vraag na bij de juf of meester.