Taallessen Online

Zinsdeel benoemen

- Uitleg woord- en zinsdeel benoemen -

| Stam | Stam + t | Zelfstandig naamwoord | Werkwoorden met 'zich' | Werkwoorden | Werkwoordelijk gezegde | Voorzetsels | Voegwoorden | Vragend voornaamwoord | Persoonlijk voornaamwoord | Aanwijzend voornaamwoord | Bezittelijk voornaamwoord | Telwoorden | Vergrotende trap | Synoniemen | Samenstellingen | Onderwerp | Naamwoordelijk gezegde | Moeilijke meervoudsvormen | Lidwoorden | Lijdend voorwerp | Verleden tijd | Persoonsvorm | Voltooid deelwoord | Bijvoeglijk naamwoord | Tegenwoordig deelwoord | Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord | Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord | Bijwoord | Gebiedende wijs | Homoniemen | Hulpwerkwoord | Koppelwerkwoord | Leestekens | Indirecte rede | Hen of hun |