Hallo bezoeker


Zonder een geldige toegangscode

kan deze les niet gemaakt worden

Surf naar registreren ...



Tot een volgende keer!



13.7 Zijn en worden

Taalles 67


is voldoende

10 minuten

In zinnen waarin "zijn" en "worden" de belangrijkste werkwoorden
in de zin zijn, hebben we een naamwoordelijk gezegde:
De poes is bang
Mijn broertje wordt krantenbezorger
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit het werkwoord en het naamwoord dat erbij hoort.
Klik pas op controle wanneer je helemaal klaar bent. Succes!

    Uitleg nodig?

►Zoek in de volgende zinnen het naamwoordelijk gezegde en schrijf het er achter.
Zoek eerst het werkwoord en dan het naamwoord dat erbij hoort.


Mijn moeder is lief.
Ik word bouwvakker.

De poes van de buren is grijs.

Detectives zijn speurneuzen.

Zilveren sieraden worden soms zwart.

Zijn argumenten zijn ijzersterk.


Soms is het naamwoordelijk gezegde lang. Het bestaat dan uit meer naamwoorden:
De hond
is heel erg ziek.
Dat meisje
wordt een heel goede atlete.


►Zoek in de volgende zinnen het naamwoordelijk gezegde en schrijf het er achter.

Onze meester is heel erg aardig.
Wij zijn helemaal niet moe.

Ik word dokter of apotheker.

Mijn moeder werd vreselijk boos.

Wie zijn die mensen aan de overkant?

Ik ben zeer tevreden.